Mest van HPAI besmette bedrijven bij BMC Moerdijk verwerkt

De mest van de door hoog pathogene vogelgriep getroffen pluimveebedrijven in Altforst en Puiflijk is vrijdag 27 november afgevoerd door coöperatie DEP en verwerkt bij BMC Moerdijk. „Dit is een nieuwe oplossing om de mest op verantwoorde en hygiënische wijze af te voeren zodat de pluimveebedrijven veilig verder kunnen met reinigen en ontsmetten.”

Dat zegt Eric Hubers, voorzitter vakgroep pluimvee LTO/NOP. De oplossing is tot stand gekomen door de samenwerking van NVWA, Avined, LTO/NOP, NVP en DEP/BMC. Vrijdagmiddag 27 november is de energiecentrale in Moerdijk volledig vrij gemaakt van andere mest en voertuigen zodat de wagens met mest vanuit Altforst en Puiflijk het terrein op konden. De mest is vrijdagavond verbrand. De wagens hebben een extra reinigings- en ontsmettingsprocedure ondergaan voordat ze maandag weer de weg op gingen.

Het voordeel van het versneld afvoeren van mest van vogelgriepbedrijven is het ontlasten van zowel de besmette bedrijven als het gehele BT-gebied. Zij kunnen sneller weer aan de slag met verdere reiniging en ontsmetting met minder gevaar van contaminatie door de besmette mest. „Als Coöperatie DEP en BMC Moerdijk denken wij graag mee en helpen op deze manier graag de sector vooruit. BMC Moerdijk beschikt over de best toepasbare verwerkingstechniek. We hebben protocollen opgesteld voor de af- en aanvoer in Moerdijk, de verbranding en de reiniging en ontsmetting achteraf. Allemaal goedgekeurd door en onder het toeziend oog van de NVWA. De afvoer en verwerking is allemaal prima verlopen”, zegt Wil van der Heijden, directeur van Coöperatie DEP.

Voorheen opslag op pluimveebedrijf

Na het vaststellen van een hoogpathogene vogelgriepbesmetting wordt, na het afvoeren van de dieren, de mest behandeld. Die moet daarna 14 dagen in de stal blijven voordat de pluimveehouder de mest mag verwijderen. Voorheen werd de mest dan op het perceel opgeslagen en moest minimaal 42 dagen op het bedrijf blijven. „In praktijk is dat altijd lastig. Een hoop mest onder plastic, onder verschillende weersomstandigheden, aantrekkelijk voor ongedierte en vogels. Het was nooit ideaal”, zegt Van der Heijden.

Hubers roemt de aanpak van coöperatie DEP en BMC Moerdijk. „Fijn dat DEP en BMC Moerdijk de getroffen pluimveehouders, die overigens geen lid zijn van de coöperatie, hebben geholpen met hun mestafzet en op deze manier mee wil denken in het belang van de Nederlandse pluimveesector”, zegt de voorzitter.

Bron: www.pluimveemest.nl